er is altijd ruimte voor nieuwe leden, kom kijken en proef de sfeer van onze gezellige vereniging
Bowling ABC
Een overzicht van uiteenlopende bowlingtermen en hun betekenis. Samengesteld door Hans Sommer m.b.v. het Bowlingwoordenboek van Stefan van Buuren (2006). Aanvullingen, verbeteringen, wijzigingen op deze nieuwe pagina zijn van harte welkom. Stuur hiervoor a.u.b. een email naar bestuur@bowling-arnhem.nl.
Door de Nederlandse Bowling Federatie (NBF) vastgestelde klassen, ingedeeld op basis van het pasgemiddelde.
A-klasse
B-klasse
C-klasse
D-klasse
E-klasse
Heren:
boven 190
175 tot 190
160 tot 175
onder 160
0 (nieuw)
Dames:
boven 180
165 tot 180
150 tot 165
onder 150
0 (nieuw)
All events
Een wedstrijd waarbij alle gespeelde events bij elkaar worden opgeteld. Een wedstrijd kan bijvoorbeeld bestaan uit x-aantal games Single event en x-aantal games Double event.
Amerikaans systeem
Het spelen van games om-en-om op twee banen van een banenpaar. Na iedere gegooide frame wordt er van baan gewisseld (zie Europees systeem).
Anchor player
Ankerspeler: een speler/speelster die als laatste aan de beurt is in een team.
Approach
De aanloopruimte tussen de zitruimte en de foutlijn.
Arrows
De 7 pijltjes op de baan, om de bowlingbal gemakkelijk te kunnen plaatsen/richten. De afstand tussen de arrows is 4 boards (latjes). De arrows liggen op de latjes 5, 10, 15, 20, 25, 30 en 35. De middelste arrow ligt op latje 20. De arrows liggen op ca. 15ft (ca. 4,6m) vanaf de foutlijn. Rechtshandige spelers/speelsters tellen de 7 arrows van rechts naar links. Linkshandige tellen de 7 arrows van links naar rechts.